Wanneer je hoofd je hart bewaakt

Wanneer je hoofd je hart bewaakt

In deze blog deel ik de worsteling van mijn cliënte, Anne om in contact te komen met haar gevoel, haar beschermingsmechanismen die als automatische piloten het overnemen wanneer ik naar haar gevoel vraag, en het begin van haar reis van rationeel denken naar voelen.

Als denken het voelen overstemt

Anne kan moeilijk bij haar gevoel komen. Anne komt al enkele jaren voor wat ik “onderhoud” noem: één keer per maand, na een intensievere coachingsperiode tijdens haar burn-out een paar jaar geleden. Anne heeft een werkelijk fantastisch pad afgelegd: ze heeft haar toxische werkomgeving verlaten en leeft nu haar tienerdroom als eigenaar van haar eigen schoonheidssalon. Als harde werker en perfectionist is ze ondanks haar korte periode als zelfstandige al heel succesvol. Maar ze merkt dat de oude demonen terugkomen… Ze werkt op automatische piloot, blijft cursussen volgen om zichzelf te perfectioneren en verslindt boeken over persoonlijke ontwikkeling – altijd op zoek naar die ene ultieme tip om van haar terugkerende patronen en de gevolgen ervan af te komen. Tijdens onze sessies kan ze er uren over vertellen, maar telkens wanneer ik haar vraag om in het hier en nu te voelen, kijkt ze me aan alsof ik van een andere planeet kom. Ik zie een soort angst of verwarring in haar ogen. Haar people pleaser aarzelt even of ze toch niets kan bedenken wat ze zou moeten voelen, terwijl de harde werker vraagt of ik niet nog een boek kan aanraden of een doorverwijzing. We blijven in dezelfde cirkel draaien… Je zou kunnen zeggen dat ze weerstand heeft om te voelen, of sterker nog, dat ze het niet hard genoeg wil – anders zou ze het toch al lang gedaan hebben?

Het is echter geen kwestie van niet willen. De realiteit is dat er een heel leger beschermers voor haar kwetsbaarheid staat die nauwlettend in de gaten houdt of het wel veilig is om te voelen. Ze zijn zelfs zo sterk dat wanneer ik probeer om met haar beschermers in contact te komen, er opnieuw niets is – “een waas in mijn hoofd,” zegt ze, terwijl ze me bang vragend aankijkt. “Wat is er mis met mij dat ik dit nu niet kan voelen?” Ze begrijpt er niets van.

Ondertussen krijgt ze van haar osteopaat, haar voedingscoach, haar partner – kortom, van zowat haar hele omgeving – te horen dat ze eerst zal moeten leren voelen. Het maakt haar alleen maar wanhopiger. Want wat als dit nooit lukt? En wat betekent dit ‘voelen’ eigenlijk?

Een burcht van beschermers

Ik vraag haar om samen een tafelopstelling te maken van de delen die we zien verschijnen tijdens een sessie wanneer ik naar haar gevoel vraag. We beginnen met een poppetje voor haarzelf. Haar people pleaser wil eerst even bij mij afchecken wat ik precies bedoel en wil zien… Ik nodig haar uit om gewoon voor zichzelf te bepalen wat juist aanvoelt – er is geen goed of fout. Ze plaatst een poppetje op de tafel.

Ik nodig haar vervolgens uit om haar rationele verteller erbij te plaatsen – het deel dat constant verhaaltjes vertelt over recente gebeurtenissen en voorbeeld na voorbeeld opsomt. Ze kiest eerst willekeurig een poppetje, maar bedenkt zich en plaatst een grote pop ernaast.

Dan vraag ik haar om het deel dat haar tegenhoudt om te voelen, erbij te zetten. Ze plaatst een groot vrouwelijk poppetje ernaast. Vervolgens verandert ze haar eigen poppetje naar een klein poppetje, een meisje. “Ik voel me klein,” zegt ze, en checkt nog even of ze dit mag veranderen. “Voel jij maar wat waar is voor jou,” geef ik aan.

Daarna voegen we het dissociërende deel toe – dat wat zorgt voor een waas in haar hoofd en stekende pijn bij haar oog, wat verhindert dat ze aanwezig kan zijn in het hier en nu en kan luisteren naar wat ik vertel. Ze neemt een stapel gekleurde donkere blokjes. Ik zie haar uitdrukking veranderen en vraag wat er gebeurt. “Ik krijg nu echt een ambetant gevoel,” antwoordt ze. Op mijn vraag waar ze dit voelt, zegt ze: “In mijn hoofd.” Ze voegt dit gevoel toe als een blokje bovenop de stapel en valt even stil. Als ik vraag hoe het nu met haar is, zegt ze: “Beter, een beetje meer opgelucht.”

Ten slotte nodig ik haar uit om haar harde werker toe te voegen – het deel dat blijft cursussen volgen, nooit tot rust komt en moe is. Ze plaatst een groot mannelijk poppetje. Als ik vraag of ze nog delen wil toevoegen, weet ze het niet. “Nee,” denkt ze, en ik vraag haar wat haar nu opvalt aan de opstelling.

“Ja, ik ben maar klein tussen al die grote delen en ik zit precies opgesloten in een burcht,” zegt ze. Mijn coach hart maakte een vreugdesprongetje… Dit had ik zelf niet kunnen bedenken, maar zoals het daar op tafel staat – zo is het, dit klopt gewoon.

Haar gevoelswereld wordt goed beschermd door poortwachters die samen een burcht vormen rond haar hart. Ze zijn er om haar kwetsbaarheid, veilig te houden. Geen wonder dus dat het moeilijk is om bij haar gevoel te komen. Het zit opgesloten in een burcht en welke kant ze ook kiest om erbij te komen – overal staat een stevige beschermer die we niet ongezien kunnen passeren.

Even was het er, dat gevoel van ‘dit klopt’, en voor we er erg in hadden, nam de verhalenverteller het weer over. De verhalen over hoe haar moeder nooit aandacht had voor haar gevoelens, hoe ze haar vrienden adviseert en helpt met dezelfde worstelingen, en hoe ze er niet in slaagt om het voor zichzelf toe te passen… We hebben de burcht gevonden, maar moeten nog aan de overkant van de gracht blijven staan – de beschermers hebben de brug nog niet laten zakken zodat we kunnen oversteken en naar binnen kunnen kijken.

De brug naar de burcht is gebouwd op vertrouwen

Het verhaal van Anne toont hoe genuanceerd de reis van denken naar voelen kan zijn. Haar beschermingsmechanismen, die zich manifesteren als een burcht rond haar kwetsbare kern, zijn niet zomaar obstakels die overwonnen moeten worden – ze zijn waardevolle poortwachters die haar veiligheid bewaken. Het eerste belangrijke inzicht is niet het forceren van toegang tot haar gevoel, maar het erkennen en begrijpen van deze beschermende delen. Dit is het begin van haar reis: niet het bestormen van de burcht, maar het geduldig winnen van het vertrouwen van de poortwachters, zodat de brug ooit kan zakken en ze veilig toegang krijgt tot haar gevoelswereld.

Bewaakt jouw hoofd ook goed jouw hart? En heb je hierdoor wel eens het gevoel niet ten volle te kunnen genieten van het leven? Wil je meer inzicht in jouw innerlijke belevingswereld? Of wil je meer ontdekken over jouw delen en hoe ze aan het stuur van jouw leven zitten? Neem contact op, ik begeleid jou graag op jouw ontdekkingstocht naar jouw innerlijke burcht en hoe deze jouw kwetsbaarheid beschermt, zodat de energie terug kan stromen.

Stop met te doen wat de boekjes jou voorschrijven. Mijn life hack om uit jouw burn-out te geraken…

Stop met te doen wat de boekjes jou voorschrijven. Mijn life hack om uit jouw burn-out te geraken…

“Ik doe alles wat de boekjes mij voorschrijven, en toch voel ik mij na 6 maanden niet beter. Geraak ik ooit nog uit mijn burn-out?” Dat was Jeroens antwoord op mijn vraag “Hoe gaat het met jou?” bij de start van onze sessie.

Dat was even slikken: een cliënt die 6 maanden in begeleiding is en vertelt hoe het erger is geworden in plaats van beter. (“Wat een kwakzalver moet ik dan wel niet zijn,” ging even door mijn hoofd… 😉)

Wil je weten wat er echt aan de hand was en hoe hij eruit is geraakt? Lees dan mijn nieuwe blog en ontdek mijn ultieme life hack om uit je lijden te komen—voor eender welke vorm van vastzitten, niet alleen een burn-out. Wil je ook echt doorleven wat deze life hack voor jou kan betekenen? Beluister dan mijn nieuwe aflevering van de podcast Energiek en laat je meevoeren door mijn stem in de werkelijke beleving ervan. Ik ben benieuwd hoe de life hack voor jou kan werken. Je mag het mij altijd laten weten via een persoonlijk berichtje, want ik vind het fijn om jou beter te leren kennen..

Het lijden.

Jeroen is in begeleiding sinds zijn burn-out begin maart. Als kantoordirecteur stuurt hij een klein team aan. Sinds enkele weken zijn zijn burn-outsymptomen verergerd: hij slaapt weer slechter, is extreem vermoeid en ervaart allerlei fysieke klachten waarvoor geen directe medische oorzaak gevonden kan worden. (Laat dat altijd checken bij je huisarts, alsjeblieft—niet alles zit tussen de oren.) Dit gebeurde net toen hij de draad weer wilde oppikken en vanaf september terug aan het werk wilde. Want ja, hoe zou langer thuiszitten hem nog verder helpen? Was dat wel dé oplossing? Bijna 6 maanden thuiszitten moest toch genoeg zijn? Hoe lang kon dit nog duren? Door de verergering van de symptomen voelde Jeroen dat hij er absoluut niet klaar voor was, wat nu voor enorme frustraties zorgde. Hij vertelde hoe hij alles deed zoals het hoorde: mediteren, wandelen, ademen… en toch had het geen effect. De vermoeidheid won het steeds van zijn wil om uit dit grote lijden, uit dit grote niets te geraken.

De gekende strategie toepassen

Veel van mijn cliënten hebben een grote rationele denker in zich, zoals Jeroen. Dit deel probeert voor elk probleem een rationele oplossing te vinden en zo controle te krijgen over de situatie: “Ik heb een burn-out, wat zeggen de specialisten dat ik moet doen? Ah ja, rusten, wandelen, mediteren, ademen… en dan komt het goed. Oké, dan ga ik dat oefenen en toepassen in de hoop zo snel mogelijk uit mijn burn-out te geraken, om mijn leven terug onder controle te krijgen.”Eigenlijk is dit niets anders dan dezelfde strategie toepassen die je in eerste instantie een burn-out heeft bezorgd. Je benadert de zaken puur rationeel en gaat door omdat het zo hoort, omdat het van je verwacht wordt, of omdat de maatschappij vindt dat het zo moet. Als perfectionist of controlefreak wil je dit dan ook zo goed mogelijk doen. Je installeert apps om te meten hoe goed je ademt en slaapt, waarbij je telkens geconfronteerd wordt met the gap tussen jou en de “perfectie”. Je wordt wakker, leest op je smartwatch dat je volgens de norm niet goed genoeg geslapen hebt, en raakt teleurgesteld. Want je bent om 22 uur gaan slapen, je hebt nog een boekje gelezen in plaats van op je telefoon te kijken… en toch blijft het resultaat uit.

Wat je hierbij doet, is “goed” of “fout” afmeten aan een externe bron, een external frame of reference. Als het resultaat niet goed is, ben je teleurgesteld of vind je dat je het niet goed gedaan hebt. Terwijl het er juist om gaat dit te oefenen zonder je eigenwaarde aan het resultaat vast te koppelen.

Wanneer het deel in jou dat zo snel mogelijk de controle wil terugkrijgen aan het stuur zit van je herstelproces uit een burn-out, wil het niet afwijken van de voorgeschreven structuren en methodieken uit de boeken. Maar diezelfde boeken schrijven ook voor dat je moet leren ‘aanvaarden‘, want zonder echte aanvaarding kan er geen genezing zijn. Zo ontstaat er een tweestrijd in je hoofd: moet ik proberen controle te krijgen, gedreven door de wil om er zo snel mogelijk uit te geraken en terug naar mijn normale leven te gaan? Of moet ik het gewoon wat meer laten gebeuren?

De paradox is dat hoe sneller je echt kunt aanvaarden dat je in deze situatie zit, hoe sneller je eruit zult geraken (wel beseffend dat je lichaam door een heel fysiek herstelproces moet gaan, wat je niet kan versnellen… dat zal zijn tijd nodig hebben).

Het deel in jou dat controle wil krijgen, zegt dingen zoals: “Kom, pak jezelf bij elkaar, ga wandelen, doe leuke dingen, ontspan je, want zo krijg je weer wat zingeving in je leven.” Je hebt al zoveel gerust, het is tijd om uit die zetel te komen—je kunt niet eeuwig blijven liggen. Dit deel probeert veel zaken te implementeren (vaak op een rigide manier) om je beter te laten voelen. Eigenlijk kun je dit deel zien als je bondgenoot, je vriend die alles doet om je beter te maken. Het haalt je letterlijk het huis uit om te gaan wandelen en sleept je mee voor een koffie, want in de zetel blijven hangen is niet de oplossing. Dit deel kan ook erg gefrustreerd raken als al zijn harde werk niet beloond wordt met een concreet resultaat—namelijk dat je je beter of energieker voelt.

Een burn-out vraagt een oplossing die je rationeel niet kan bedenken

‘If you do what you’ve always done, you’ll get what you’ve always got…’

Aan de andere kant is er een stem die eigenlijk niet mee bezig wil zijn. Deze stem zegt: “Het is wat het is.” Ze wil niet langer zoeken naar die éne oplossing, maar wil het gewoon leren aanvaarden. Deze stem moedigt je aan om jezelf niet te forceren, te ontspannen en te genieten. Als het vandaag niet lukt, is er morgen een nieuwe dag. Misschien gaat het dan beter. Voel je je nu te moe voor die wandeling? Rust dan gewoon. Heb vertrouwen in het proces en dat je lichaam weet wat je nodig hebt. “Dit is het,” zegt die stem, “aanvaard dat het zo is voor nu.”

Voor velen voelt het overgeven aan deze laatste stem heel onwennig. Het lijkt al snel alsof je in chaos zult belanden, alsof je onverschillig wordt, alsof het niet meer belangrijk is. Contact met deze stem zorgt vaak snel voor onrust. “De dingen gewoon laten gebeuren? Dat kan toch niet!” denk je dan. “Wat als ik over een jaar nog steeds in de zetel hang en geen stap verder ben?” Dan voel ik mij toch gewoon ‘gelaten’…

De homeopathische dosis ‘gelatenheid’ als life hack…

Maar het gaat niet om of of… wel om de balans tussen de twee energiepolen van rigide controle aan de ene kant van het spectrum en gelatenheid aan de andere kant. Bij balans kom je in iets als aanvaarding en vertrouwen terecht. Dus stel je eens voor dat jij een homeopathische dosis ‘gelatenheid’ zou innemen, wat zou er dan anders zijn? Wat wordt er dan mogelijk in jouw naarstige zoektocht naar dé oplossing om uit je lijden verlost te geraken… welke mogelijkheden ontstaan er dan, wat ga je dan anders doen…

We zijn geprogrammeerd om lineair te denken: als ik dit doe, dan volgt de oplossing. Maar bij complexe zaken als een burn-out, waar zoveel factoren een rol spelen, ontvouwt de oplossing zich niet door simpelweg bepaalde activiteiten uit te voeren of lineair te denken. De echte transformatie gebeurt door een combinatie van zaken en vragen vertrouwen, open staan, mildheid en aanvaarding van wat is.

Voor Jeroen betekende deze ervaring met zijn twee delen en met de homeopathische dosis ‘gelatenheid’ dat hij het genuanceerder kon zien, dat hij kon zien hoe zijn rationeel deel ervoor zorgde dat hij naar oplossingen zocht, wat op zich goed was, maar dat hij de uitkomst wat meer mocht loslaten en relativeren, dat hij vervolgens niet zo streng moest zijn voor zichzelf. Zorgt deze ervaring ervoor dat hij de dag nadien terug kan gaan werken, nee zeker niet… maar wel dat hij meer en meer echt kan doorvoelen waar de uitdaging tot transformatie zit voor hem en dat hij meer en meer de angst om in transformatie te gaan, kon loslaten en dat is het echte begin van het herstelproces.

Laat het resultaat los van de dingen die je doet om je beter te voelen en geniet van het proces. Maak die wandeling zonder verwachtingen. Doe de ademhalingsoefeningen zonder druk. Het feit dat je deze activiteiten onderneemt, is op zichzelf al waardevol. Je bewuste aandacht voor je ademhaling ís het resultaat. De oefening zelf ís het doel. Het herstel is een proces van vallen en opstaan. Het probleem ontstaat wanneer je focust op een ‘instant’ oplossing voor je burn-out en je dit op een rigide manier onder controle gaat proberen te krijgen. Geniet liever van de reis. Het is een proces, een weg naar iets nieuws dat je nu nog niet kunt voorstellen.

Wil jij dit nu ook echt ervaren wat de homeopathische dosis voor jou kan betekenen. Beluister dan de nieuwe aflevering van de podcast energiek. Doe jij ook alles wat de boekjes je voorschrijven? En blijf je toch vastlopen? Neem contact op voor een vrijblijvend intakegesprek via twiggy@energy-coach.be. Ik begeleid jou graag naar meer energie in werk en leven.

Help, vakantie nemen hoe doe je dat?

Help, vakantie nemen hoe doe je dat?

Dit artikel werd oorspronkelijk geschreven in 2017, maar de inzichten zijn vandaag de dag nog steeds relevant. We leven nog altijd in een tijd waarin het belangrijk is om bewust stil te staan bij de balans tussen werk en ontspanning, zelfs tijdens onze vakanties. Laat je inspireren door deze terugblik en ontdek hoe je de kunst van het ‘niks doen’ kunt omarmen voor een meer ontspannen leven.

Afgelopen week was ik op een netwerk event waar enthousiast heen en weer verteld werd over onze mooie vakantiebestemmingen, de indrukken die we hadden opgedaan en de absolute aanraders om te bezoeken. Het enthousiasme werd echter snel overstemd door de verhalen van hoe druk we het in de aanloop van de vakantie nog hadden gehad, hoe we onderweg naar de vakantiebestemming toch nog telefoon kregen, hoe we onze vakantie onderbraken voor het buitenlands bezoek dat we absoluut nog moesten ontvangen en hoe we toch ook maar vakantie namen en thuis bleven om in alle ‘rust’ bij te werken. Dit werd door de andere druk bezette netwerkers met veel begrip en herkenning onthaald dat het toch eens goed kon zijn om rustig bij te werken en dat dit ook een vorm van vakantie was.

HELP, dacht ik, dit is zo herkenbaar… en toch echt een evolutie van de laatste jaren. Vroeger werkten we toch rustig bij, in aanloop van de vakantie en werkten we rustig in, na de vakantie? Waar zijn deze tijden naartoe?

Ik moet niet verder kijken dan naar mezelf om te weten dat ik er ook schuldig aan ben. Ik verlangde al lange tijd naar mijn 4 weken vakantie, waarvan we 2 weken naar Noorwegen zouden gaan. De laatste vrijdagavond heb ik nog tot 22u zaken ‘afgewerkt’. ‘Als ik dit nog afgewerkt heb, kan ik rustig op vakantie vertrekken‘, zeg je dan tegen jezelf.

En dan het fenomeen van ‘erin komen’ in je vakantie (of voor de workaholics onder ons: het fenomeen van ‘afkicken’ van je werkverslaving ;-)):

Je ‘werkt’ dan wel niet meer, ah nee, want je bent mét vakantie, maar je werkt nog wel hard door, zij het op een ander vlak. In het begin valt het niet zo op: Je ‘werkt’ hard om alles ingepakt te krijgen, wat een hele planning was deze keer met een beperkte kofferruimte en alle weersomstandigheden in het verschiet, in combinatie met een sociaal drukbezet weekend voor je zondagnacht vertrekt. Dan kom je toe op je vakantiebestemming en start de volgende planning en organisatie: hoe gaan we het maximum uit 14 dagen Noorwegen halen? Wat willen we zeker gezien en gedaan hebben? De ‘fear of missing out’ hadden we vergeten thuis te laten ;-). Gelukkig komt op een bepaald moment de ‘noodrem’, die ons aanspoort om gewoon eens lekker niks te doen. Vroeger zou ik hier niet naar geluisterd hebben, onder het motto ‘slapen doe ik wel als ik dood ben’ (echt waar, Jezus als ik hieraan terug denk…). Nu niet meer, nu kan ik het effect van heerlijk niksen wel appreciëren als levende mens en kom ik tot de vaststelling dat op tijd en stond eens goed niksen, alleen maar de ‘kwaliteit’ van het leven verhoogt en je intenser laat genieten.

Vanwaar komt die drang toch om steeds in ‘activity modus’ te blijven, zelfs op vakantie?

Ik zie hetzelfde fenomeen bij klanten in burn-out: ze zijn dan wel niet aan het ‘werk’, maar stoppen met ‘hard werken’, doen ze allerminst. Ze gaan door op andere terreinen in hun leven uit een (misplaatst) schuldgevoel, een verantwoordelijkheidsgevoel of een schaamtegevoel naar hun omgeving toe. Ze houden grote kuis, verslinden massa’s boeken, rijden met hun familieleden overal naartoe, sommigen bouwen zelfs een nieuw huis, want nu hebben ze er ’tijd’ voor en ze voelen zich zo schuldig als ze ‘niks’ doen. Terwijl wat hun te doen staat, is juist ‘niks’.

Een vlucht uit de realiteit, bang voor confrontatie met zichzelf, anderen willen pleasen en angst om iemand teleur te stellen, een behoefte aan ‘zinvolheid’ of ‘zingeving: ‘ik doe, dus ik ben’, … (vul zelf maar in); allemaal onderliggende redenen voor deze ‘activity drive’ bij velen van ons. Het paradoxale is dat het continu ‘bezig zijn’, ons leidt naar datgene wat we net niet willen: confrontatie met onszelf en onze eigen ‘begrensdheid’, anderen én onszelf teleurstellen omdat het niet kunnen ‘nee’ zeggen, leidt tot beloftes die we niet langer kunnen nakomen, en ‘betekenisloosheid’ omdat het continu ‘bezig’ zijn telefoon, mail, etc… ons tegenhoudt om kwaliteitsvolle aandacht aan onze dierbaren te geven.

Conclusie en ‘note to self’: Vakantie nemen, hoe doe je dat?

  1. Maak van ‘niks’ doen je eerste prioriteit!
  2. Geniet van het ‘niks’ doen en ontdek welke creativiteit en kwalitatieve momenten en gesprekken er dan ontstaan met je geliefden, familie en vrienden
  3. Tot slot, als je 1) & 2) niet ziet zitten en liever lekker actief aan de gang blijft, hou dan voor jezelf volgende voor ogen en doe de check: krijg je energie van de activiteit, dan is het ok. Ervaar je het als een ‘mentale’ druk, een ‘moeten’ of een ‘sociale verplichting’, keer dan terug naar stap 1 ;-). Je zal merken dat je vanzelf weer goesting krijgt in actief bezig zijn nadat je jezelf ook ‘rust’ gegund hebt.

En uiteraard geldt het beoefenen van de kunst van het ‘dolce far niente‘, niet alleen voor tijdens de vakanties. Maar doe op tijd eens ‘niks’ het ganse jaar door. Exact wat ik nu ga doen voor de rest van deze laatste zondag van mijn vakantie. Wie doet er mee?

Gedeelde vreugde: de kracht van samen successen vieren

Gedeelde vreugde: de kracht van samen successen vieren

Als leider heb je te maken met heel wat uitdagingen en vraagstukken die je dagelijkse werk beïnvloeden. In het boek ‘leiden zonder lijden’ behandel ik in hoofdstuk 5, vijf uitdagingen waarvoor je als leider een volle energietank dient te hebben: je plek als leider innemen, een energiek team vormen, medewerkers doorheen verandering loodsen zonder het engagement te verliezen, positieve relationele energie blijven uitstralen en ook energiek zijn op het thuisfront. In deze drie blogs duiken we dieper in op enkele thema’s en dilemma’s die veel leiders ervaren, maar die niet heel uitgebreid in het boek zijn behandeld. Bij het schrijven van mijn boek besloot ik mijn nieuwsbrief lezers en volgers op social media te betrekken. Ik stelde twee vragen: wat is jouw grootste uitdaging als leider en wat wil je zeker behandeld zien in het boek.

Eén van de uitdagingen waarmee jullie worstelden, is de volgende:

Tonen van resultaten naar de directe omgeving. Hoe behaalde successen vieren, in de kijker zetten, zonder jezelf te willen ophemelen/promoten?

Hoe doe je dat successen vieren? Welke acties ga je ondernemen?

Teambuilding: heb je daar schrik van als leider of juist niet?

Wanneer ik met teams werk, vraag ik vaak aan het begin naar hun ervaringen met een top team en de kenmerken hiervan. Een van de antwoorden die ik steevast krijg, naast het feit dat de neuzen in dezelfde richting stonden en dat ze elkaar open en eerlijke feedback gaven, is: “we vierden samen onze successen”. Het vieren van successen is iets dat we wel eens vaker overslaan omdat we er weinig belang aan hechten omdat we ervan uit gaan dat iedereen wel weet dat het goed ging en dat je team leden wel weten dat je ze apprecieert.

Als je als leider echter niet de tijd neemt om je team in de schijnwerpers te zetten en hun prestaties te vieren, mis je een unieke kans om de energie en betrokkenheid te verhogen. Medewerkers voelen zich al snel als vanzelfsprekend en beginnen zich terug te trekken. En dit heeft niets te maken met het geven van bonussen voor goede prestaties, integendeel.

Waar gaat het vieren van successen in essentie over?

Successen vieren gaat over erkenning en waardering voor het harde werk, over echt gezien worden en erbij horen. Het gaat niet over geld of bonussen ontvangen. De positieve emoties die vrijkomen bij het vieren van successen, zoals fierheid, trots, voldoening, plezier, fun, humor, dankbaarheid,… geven een energie boost aan jou en je team. Het versterkt de teamgeest, het vult de emotionele bankrekening positief aan. Het leidt bovendien tot een betere samenwerking en productiviteit.

Hoe doe je dat successen vieren?

Hoe je successen viert, hangt sterk af van de voorkeuren van jou en je team. Het kan variëren van een etentje tot een teamactiviteit of het geven van een fles wijn aan elk teamlid. Het belangrijkste is dat je als team bepaalt wat belangrijk voor jullie is. Bij het vieren van successen, is het essentieel dat je oog hebt voor volgende zaken:

  1. Concreet vermelden waarvoor je erkenning geeft. Welk gedrag, welk resultaat precies wil je in de bloemetjes zetten. Door het zo concreet mogelijk te benoemen, is de kans op herhaling het grootst.
  2. Transparant communiceren over de viering binnen de organisatie. Vier je successen openlijk en niet stiekem, want dat zou betekenen dat je het eigenlijk liever niet doet of niet graag uitlegt aan de rest van de organisatie. Communiceer duidelijk over het behaalde succes en wat dit betekent voor het team, de afdeling of de organisatie als geheel. Leg uit hoe dit succes bijdraagt aan de algemene doelen en visie van het bedrijf. Dit helpt om een gevoel van trots en betrokkenheid bij je teamleden te creëren.
  3. Consequent en regelmatig vieren. Het mag geen eenmalige gebeurtenis zijn. Door consequent successen te vieren, creëer je een positieve werkcultuur die de teamprestaties op de lange termijn ten goede komt. Je kunt bijvoorbeeld een ’team van de week’ installeren, waarbij je medewerkers even in de schijnwerpers zet. Dit kan in het begin wat geforceerd overkomen, maar geloof me, het werkt echt. Het heeft ook belangrijke bijkomende voordelen: je communiceert over wat een team of afdeling concreet heeft gedaan en je erkent als organisatie het geleverde werk. Je maakt van het vieren van successen een reëel onderdeel van je bedrijfscultuur.
  4. Het momentum gebruiken om te leren uit de ervaring: onderzoek wat het team succesvol maakte. Bevestig dit door te bespreken hoe je dit naar de toekomst toe zal voortzetten.
  5. Zowel de grote als de kleine successen vieren. Wat voor jou misschien een klein ding is, kan voor je medewerkers een grote overwinning zijn omdat het jaren niet is gelukt of omdat ze hiervoor persoonlijke obstakels hebben moeten overwinnen. Blijf aandacht hebben voor de kleine successen, door deze te benoemen geef je aan je medewerkers aan dat je ziet welke weg ze al hebben afgelegd en dat je dit waardeert.

Het overslaan van het vieren van successen met je team en onmiddellijk streven naar het volgende doel, zal op korte termijn weinig nadelige gevolgen hebben voor jou als leider. Mensen zijn over het algemeen van nature gemotiveerd om samen met collega’s aan doelen te werken. Dat is immers vaak wat hen motiveert binnen hun job. Het probleem ontstaat echter wanneer dit harde werk keer op keer als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Dit is vergelijkbaar met relaties waarbij de ene partner de bijdrage van de andere aan de relatie, het gezin, niet erkent, waardeert of minimaliseert. Teleurstelling en frustratie zullen op de voorgrond treden en de emotionele bankrekening zal negatief worden. Op de lange termijn kan dit leiden tot verminderde productiviteit en teamgeest.

En moeten we nu op teambuilding gaan of niet?

Teambuilding is slechts een deel van de puzzel om een energiek team te vormen. Echter, teambuilding op zichzelf is geen wondermiddel. Het vereist dagelijkse inspanning om aan vertrouwen, constructieve conflicthantering en effectieve besluitvorming te werken. Dit kan niet enkel opgelost worden door een teambuilding te organiseren. In hoofdstuk 5 van mijn boek leg ik uit hoe je dagelijks via je teamvergaderingen aan een positieve teamgeest kunt werken, zonder noodzakelijk een teambuilding te plannen.

Als er een basis van vertrouwen en onderlinge samenwerking in het team is, kan teambuilding inderdaad een leuke manier zijn om successen te vieren en als team te groeien. Zo niet, dan is het simpelweg een kostenpost met een minimale return on investment. Het is hooguit een fijn uitje, waar je leuke herinneringen aan over houdt, maar een wezenlijk verschil zullen ze niet maken, tenzij de zaken die daar worden afgesproken worden vertaald en opgevolgd naar de dagelijkse praktijk.

Ik ben benieuwd hoe jij, na het lezen van deze blog, als leider kijkt naar het vieren van successen. Hoe erken je jouw team? Zijn er successen die je misschien onvoldoende hebt gevierd en welke wil je gaan vieren? Wat motiveert jou elke ochtend en hoe zit dat met jouw team? Hoe vaak geef je een financiële beloning als erkenning en wat is het resultaat hiervan op korte versus lange termijn?

 

Ik kijk uit naar jouw inzichten en ervaringen, laat het me zeker weten! Als je jouw team meer in de schijnwerpers wilt zetten, maar je voelt veel blokkades, neem dan contact op en samen laten we jou en jouw team stralen.

Ontsnap aan de overbelasting: creëer betrokkenheid en een doorbraak in delegeren als leider

Ontsnap aan de overbelasting: creëer betrokkenheid en een doorbraak in delegeren als leider

Als leider heb je te maken met heel wat uitdagingen en vraagstukken die je dagelijkse werk beïnvloeden. In het boek ‘leiden zonder lijden’ behandel ik in hoofdstuk 5, vijf uitdagingen waarvoor je als leider een volle energietank dient te hebben: je plek als leider innemen, een energiek team vormen, medewerkers doorheen verandering loodsen zonder het engagement te verliezen, positieve relationele energie blijven uitstralen en ook energiek zijn op het thuisfront. In deze drie blogs duiken we dieper in op enkele thema’s en dilemma’s die veel leiders ervaren, maar die niet heel uitgebreid in het boek zijn behandeld. Bij het schrijven van mijn boek besloot ik mijn nieuwsbrief lezers en volgers op social media te betrekken. Ik stelde twee vragen: wat is jouw grootste uitdaging als leider en wat wil je zeker behandeld zien in het boek.

Met mijn personeel valt niks aan te vangen

Ondernemers en leiders klagen vaak over het gebrek aan vrijheid dat ze ervaren. Ze worden geleefd door hun bedrijf of door hun klanten, hebben een overvloed aan taken en kampen met problemen met hun personeel. Het lijkt alsof het personeel niet meer is zoals vroeger. Ze zijn niet betrouwbaar, lopen over naar de concurrentie of voeren niet uit wat van hen gevraagd wordt. Een veelgehoorde oplossing is dan: “Als mijn medewerkers het niet oppakken, doe ik het zelf wel.” Ze lossen het probleem zelf op, want zij zijn ervan overtuigd dat ze het beter kunnen. Als gevolg hiervan worden ze echte micromanagers. Ze controleren hun personeel nauwlettend, grijpen in als de zaken niet lopen zoals ze willen en ze nemen het over. Op korte termijn geeft dit een gevoel van controle, maar op lange termijn houd je je niet bezig met het maken van een verschil als leider of ondernemer. Als leidinggevende kun je niet alles oppakken wat je medewerkers nalaten. Er zitten maar 24 uur in een dag. Vaak ligt een oordeel ten grondslag aan het gedrag van ‘werk overnemen’: ‘hij maakt er een potje van, hij is lui, hij neemt zijn verantwoordelijkheid niet.’ Vanuit dit oordeel neemt men het werk over zonder de betreffende medewerker te vragen of aan te spreken waarom iets niet is opgepakt. Het effect hiervan is dat je medewerkers nog meer achterover gaan leunen en nog meer van jou verwachten om alles op te lossen. Zo beland je in een vicieuze cirkel waarbij jij steeds harder werkt en je medewerkers minder betrokken raken.

In hoofdstuk 1 over wie de leider is die lijdt en waarom de leider lijdt, heb ik het over de succestrategieën van de lijders: ze blussen elke brand, kunnen goed altijd maar druk en bezig zijn door hun vele to do’s af te vinken en willen niemand teleurstellen. Voeg daar een goede portie time management als heilig makend middel aan toe en je wekt bij jezelf de illusie op dat als je maar voldoende je tijd managet dat je het allemaal klaar krijgt. Maar time management zorgt er alleen maar voor dat je het mega druk krijgt, niet dat je de zaken onder controle krijgt. In hoofdstuk vier zoom ik in op hoe het managen van je energie en niet je tijd ervoor gaat zorgen dat je over voldoende veerkracht blijft beschikken om die uitdagingen vol te houden. Maar hoe doorbreek je die vicieuze cirkel van het overnemen van je medewerkers omdat zij jou teleurstellen of jij je in de steek gelaten voelt door hen? Hoe zorg je ervoor dat ze wel de zaken oppakken die jij voor ogen hebt, zodat jij het minder druk krijgt en meer kan focussen op waar jij echt toegevoegde waarde kan bieden als leider?

Van apathie naar actie, de vier levels van betrokkenheid

Wil jij niet langer alles zelf doen, zal je betrokkenheid moeten creëren. Maar hoe pak je dat nu concreet aan betrokkenheid? En moet je je medewerkers dan bij alles betrekken of kan je soms ook nog gewoon zeggen: zo is het gewoon. Wanneer je aan de slag gaat met het creëren van betrokkenheid, moet je je bewust zijn van vier niveaus van betrokkenheid die je moet creëren. Ik som ze hier eerst even op en ga dan telkens dieper in op elk van dit niveau.

Niveau 1 is dat jij jouw MISSIE EN VISIE helder hebt voor je team, je organisatie of je bedrijf. Waar ga je naartoe? Wat is jouw missie. Hierover ga je je mensen INFORMEREN.

Niveau 2 is dat je je medewerkers gaat betrekken bij het vertalen van die missie en visie naar STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN of pijlers waaraan je gaat werken zodat je kan komen tot een gedragen strategie hoe die missie te bereiken BETREKKEN

Niveau 3 is je medewerkers de verantwoordelijkheid geven om die strategische doelstellingen te laten vertalen naar AFDELINGSDOELSTELLINGEN. Hoe gaan zij dit in hun team of met hun collega’s realiseren MEE BEPALEN

Niveau 4: is je medewerkers zelf te laten bepalen hoe ze dit gaan vertalen in hun PERSOONLIJKE DOELSTELLINGEN voor het jaar. ZELF BEPALEN

Niveau 1: Minimaal 7 keer informeren over je missie en visie als leider

Als leider of ondernemer moet je weten waar je naartoe wilt met je team, bedrijf en organisatie. Wat vertegenwoordig je? Wat is je doel, je waarom? Mijn missie is bijvoorbeeld om de gedreven leider die uit balans is, te begeleiden naar meer energie in werk en leven. De reden? Ik wil graag bijdragen aan een energieke in plaats van gestresste en uitgebluste maatschappij.

Dit is ook je eerste filter voor nieuwe medewerkers. Kies medewerkers die passen binnen deze missie, mensen die hier enthousiast van worden. Zoek bewust naar mensen met dezelfde normen en waarden die jij voorstaat als leider met je team, organisatie en bedrijf. Doe geen concessies hierin, want dit zal je later opbreken.

Op missieniveau moet je als leider in je autonome energie zitten: je moet ergens voor staan. **Als je dit niet doet, creëer je onduidelijkheid in je organisatie. Het definiëren van de toekomst is jouw eerste taak als leider.

Als je te veel bezig bent met de problemen van gisteren (veel te doen, brandjes blussen, alles zelf doen), dan raak je overspoeld door de hectiek van de dag. Je kunt dan niet van je medewerkers verwachten dat zij dit niet zijn en niet weten welke richting op te gaan.

Het vraagt van jou als leider dat je tijd kunt nemen voor rustige en reflectieve energie. Dat je kunt reflecteren over deze doelen, bij voorkeur met een klankbord, iemand die jou uitdagende vragen kan stellen en je kan helpen om je missie en lange termijndoelen helder te krijgen.

In hoofdstuk 2, waarin ik de drie misvattingen van de energieke leider bespreek, leg ik uit hoe de energieke leider af en toe tijd neemt om in rustige energie door te brengen. Dit zorgt ervoor dat de creativiteit weer kan stromen. Het stelt je in staat om het geheel te overzien vanaf het balkon in plaats van altijd in de hectiek te zitten, in de dans met je medewerkers, zonder te kunnen zien waar je naartoe gaat.

Dit vraagt van jou dat je als leider tijd en ruimte reserveert om hier zelf over na te denken. Het begin van het jaar is het ideale moment om na te denken over waar je met je bedrijf naartoe wilt: waar wil je aan het einde van het jaar staan?

Over je missie moet je je medewerkers informeren, niet één keer, maar vele keren, minstens zeven keer en via verschillende communicatiekanalen. Zo kunnen ze evolueren van ‘ik heb het ergens gehoord’ naar ‘ik heb het gehoord, ik heb het begrepen, ik kan er vragen over stellen en ik kan eraan beginnen bij te dragen’.

Niveau 2: Betrek je medewerkers bij het vormgeven van je strategische doelstellingen

Je kent je missie en langetermijnvisie, en nu moet je deze samen met je medewerkers realiseren. Het is belangrijk om je medewerkers te betrekken bij het vertalen van je missie naar mijlpalen en doelstellingen. Waar wil je over vijf jaar zijn?

Er zijn verschillende methodes en formats die je kunt gebruiken om je missie te vertalen naar strategische pijlers. Ik werk graag met het format van impeccable leadership met teams. We beginnen met de missie en de kloof met de huidige realiteit, en wat er nodig is om die kloof te overbruggen. Dit brengt ook het aspect van leiding geven in het proces: wat doen we als team onder druk van de dagelijkse realiteit waardoor we niet toekomen aan ‘leiden’ maar in lijden vervallen? Hierdoor laten we de prioriteit van de strategische pijlers los. Je kunt ook lean tools of een eenvoudige SWOT-analyse gebruiken, waarbij je de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen analyseert.

Ongeacht de format die je kiest, is het belangrijk dat je als team SAMEN door het proces gaat. Het samen doorworstelen van dit proces creëert betrokkenheid, laat vertrouwen groeien, zorgt voor meer draagvlak en leidt tot commitment. Het is ook aan te raden om zo’n proces te laten begeleiden door een externe proces begeleider die jullie als team kan gidsen naar een concrete outcome van zo’n strategie oefening.

Niveau 3: Laat medewerkers de afdelingsdoelstellingen mee bepalen.

De strategische pijlers, die je samen met je collega’s hebt opgebouwd zijn bekend. Het kader is gegeven. Geef ze nu als huiswerk op om dit te vertalen naar doelstellingen binnen hun eigen team of afdeling. Laat hen zelf de prioriteiten bepalen in functie van de strategische pijlers, en wees hierbij realistisch. Het is een weg die je samen moet afleggen, die vaak meer een marathon is dan een sprint, met veel ups en downs door de tijd heen.

Niveau 4: Laat medewerkers zelf hun persoonlijke doelstellingen bepalen

Als medewerkers zelf invulling kunnen geven aan hun bijdrage aan de missie, de strategische doelstellingen en afdelingsdoelstellingen, zal hun energie, enthousiasme en betrokkenheid om deze daadwerkelijk uit te voeren aanzienlijk groter zijn. Laat hen dit naar hun eigen functie vertalen. Hierdoor zal er altijd meer motivatie zijn dan wanneer je hen iets oplegt te doen.

Met deze leider valt niks aan te vangen…

Dit proces vereist van jou als leider een andere successtrategie dan branden blussen of altijd bezig zijn. Het vraagt dat je het leuk vindt om mensen te sturen, te zien groeien en ontwikkelen in hun rol. Dit vereist dat je als leider je autonomie opneemt wanneer nodig, zonder compromissen te sluiten over je hogere doel, maar wel bereid bent om medewerkers zelf te laten bepalen hoe ze dat doel gaan bereiken. Met andere woorden, het vraagt om een balans tussen je autonome en verbindende energie. Je hebt je medewerkers nodig om op de lange termijn succesvol te blijven.

Als ik met leiders werk, komt het soms voor dat ze toegeven dat ze meer energie krijgen van branden blussen dan van het begeleiden van hun team in het leren voorkomen van branden. Durf jezelf de vraag te stellen: Waar haal ik de meeste energie uit?

Tot slot, nog vijf praktische tips om delegeren een ‘piece of cake’ te maken

Tot slot, nog vijf praktische tips die het delegeren tot een fluitje van een cent maken.

  1. Maak heldere en concrete afspraken:

    Bespreek of de (oorspronkelijke) opdracht wel voldoende helder is? 2. Indien niet, concretiseer ze samen. 3. Vraag de medewerker samen te vatten wat jullie hebben afgesproken, zo kan je checken of jullie hetzelfde beeld hebben bij wat er te doen staat

  2. Bevraag je medewerker (ipv over te nemen wanneer iets niet gebeurd is): wat maakt dat het je niet gelukt is om die taak, dat project, etc uit te voeren.

    Het is niet jouw rol om vervolgens zelf uit te voeren, het is wel jouw rol om te faciliteren dat jouw medewerker alles heeft wat hij nodig heeft om de taak uit te voeren. Door goed te bevragen en te begrijpen, laat je de ruimte om initiatief te blijven nemen, tegelijkertijd kan je het kader waarbinnen initiatief genomen mag worden bijsturen, zonder iemand af te straffen of het gevoel te geven niet bekwaam te zijn door het snel over te nemen.

  3. Stel jezelf de vraag: Wat levert het op ik als ik de taak zelf uitvoer en wat win ik als ik mijn medewerker begeleid om de taak tot een goed einde te brengen?

    Welke optie draagt bij aan mijn groei, etc… Wat houdt me tegen om de stap te zetten van zelf doen naar het begeleiden van medewerkers zodat ze het zelf beginnen te doen? Ben ik bereid om iets op te geven, bijvoorbeeld de behoefte om persoonlijke erkenning en waardering te ontvangen voor het voltooide werk?

  4. Wat als de medewerker de taak herhaaldelijk niet (goed) uitvoert, uitstelt of excuses bedenkt. Besef dat er weerstand in het spel is en pak deze weerstand aan. Weerstand is in essentie de behoefte van de medewerker om er weer te kunnen staan. Benoem wat je bij de medewerker ziet en vraag wat er precies aan de hand is. En ook hier geldt weer: wat heeft hij of zij nodig? Misschien besluiten jullie samen wel dat de taak beter kan worden uitgevoerd door een collega die er beter in is, of er meer energie uit haalt.
  5. Tot slot, delegeren betekent niet ‘over de haag gooien’.

    Als leidinggevende blijft het jouw taak om te zorgen dat de nodige zaken gebeuren, zonder ze zelf over te nemen. Veel leidinggevenden hebben het gevoel dat ze hun verantwoordelijkheid ‘ontlopen’ door taken te delegeren. Maar als leidinggevende blijf je uiteindelijk eindverantwoordelijk. Dus, delegeren zonder los te laten. Dit betekent dat je informeert naar de voortgang, tussentijdse rapporten opvraagt, bijstuurt waar nodig, en vooral een klankbord bent voor je medewerker zodat hij bij jou terecht kan als dat nodig is.

Kortom, als je merkt dat je met je personeel niks aan kunt vangen, is het belangrijk om de vicieuze cirkel van micromanagement en alles zelf doen te doorbreken. Investeer in je personeel, geef ze verantwoordelijkheid en betrek ze bij het bedrijf. Vertrouw op hun capaciteiten en geef hen de ruimte om te groeien. Op deze manier kun je jezelf als leider bevrijden van de operationele taken en je focussen op het maken van een impact als ondernemer en leider. 

Worstel jij als zaakvoerder, ondernemer of leidinggevende met het delegeren en ‘loslaten’, met vertrouwen dat je medewerkers het verder zullen oppakken of met het creëren van betrokkenheid? Neem contact op en samen gaan we op weg zodat jij tijd vrij krijgt om met de écht belangrijke zaken bezig te zijn voor jouw bedrijf of team.